Doorgaan naar hoofdcontent

TRAPPEN IN HET DONKER

In sommige van mijn dromen word ik belaagd door iemand. Hij of zij wil me slaan of trappen of anderszins kwaad berokkenen. In veel van die dromen trap ik dan van mij af, sla van mij af, gooi de belager van de trap of sla hem in elkaar. Terwijl ik zo’n vredelievend mens ben. Probleem is wel eens dat ik mijn geliefde raak, of, als ik in een eenpersoonsbed lig tegen een muur trap. Zo ook vannacht.
Ik lag te slapen in een smal eenpersoonsbed aan boord van de Oscar Wilde op weg naar Ierland en fietste tegelijkertijd door een van de zijstraten van het Wilhelminapark in Utrecht. De straat lag volop in de zon, aan twee kanten stonden prachtige bomen. Ik zwierde en zwaaide vrolijk fietsend door de straat. Maar op enige afstand werd ik op dezelfde manier als ik fietste gevolgd door twee jongelui, die het duidelijk op mij gemunt hadden. Toen dook ineens mijn zwager op, die in een rolstoel ging zitten, me vriendelijk aankeek, maar plotseling begon over te geven. Een van de jongens stapte af en ging tegen een muur zitten en dit was voor mij het moment om de aanval in te zetten. Ik haalde al trappend uit naar hem en zijn fiets. En op dat moment trok een vlammende pijn door mijn grote teen. Ik werd wakker, keek verward om me heen, ik was toch bij het Wilhelminapark, maar nee hoor, ik lag in een hut van een schip en had tegen de zijwand getrapt.

Populaire posts van deze blog

HEMELVAART

Vlak voor hemelvaart verhuisde mevrouw Van Randwijk naar een verpleeghuis. Na haar heupoperatie was ze in de war en mocht niet terug naar huis. Ze was zo licht als een veertje en haar huid was van perkament.  Hoe klein ze ook was, haar woede hield ze niet in. Hoe haalden ze het in hun hoofd? Was Cees, haar man, er nog maar. Ze kon nog heel goed voor zich zelf zorgen, ze kookte toch om de andere dag!?  Ze zat in een leunstoel. Tegenover haar zat een neef, die haar kamer had ingericht met enkele meubels uit de oude woning.  - Had mij ook maar naar de stort gebracht. Je haalt me hier weg. Ik blijf hier niet.  Het verpleeghuis lag in een buitenwijk langs een spoorlijn. Tweemaal per uur denderde de intercity voorbij. In het midden van het gebouw was de luchtplaats, zoals ze die noemde: een besloten ronde tuin, met een gaanderij eromheen, waar de bewoners konden wandelen.  Daar liep ook meneer Overveen. Hij wandelde de hele dag en loste in een schriftje wiskundige raadsels op. 

VAN HET EEN...

Door het lezen in Patrick Modiano: Trilogie van een beginnend schrijverschap, dat bestaat uit drie korte romans Verdaagd verdriet, Honger en puin en Hondelente, word ik teruggeslingerd in mijn eigen verleden.  Dat is het merkwaardige, of wellicht is het helemaal niet zo merkwaardig, dat door te lezen over herinneringen van anderen je eigen herinneringen opdoemen. Overweldigend zijn die herinneringen dan wel. Zo overweldigend dat ik ze nauwelijks kan bijbenen. De een struikelt over de ander heen mijn bewustzijn binnen. Een woord, een zinsnede, een passage en hopla ik zie een muur voor me, waarlangs ik ooit gewandeld heb. Of een schuur waar ik ooit, als twintiger, met een meisje heb staan vrijen. En bijvoorbeeld dat laatste doemt dan vlijmscherp uit de duisternis op. Beangstigend is het ook wel, vind ik. Want er zijn natuurlijk veel gebeurtenissen waaraan ik helemaal niet herinnerd wil worden. Maar op de een of andere manier sluimeren ze natuurlijk diep in mij, en worden ze op zo’n

OH LES BEAUX JOURS

Wat een goddelijke dag. Als ik op reis ben, ontstaat er altijd een vrijwel onbevredigbare drang om boeken te kopen, in ieder geval om in een boekhandel rond te kijken. Want boekhandels zijn waar ook ter wereld veilige plekken, waar je de geest kunt laten dwalen. Nu ik dit schrijf, besef ik dat dit niet per se waar is, boekhandels zijn ook onveilige plekken, maar daarover later misschien meer. Ik was dus in Carpentras. We hadden heerlijk gegeten Chez Serge, een aangenaam eethuis aan de rand van het oude centrum. En daarna zouden we nog even de stad inlopen en in ieder geval een boekhandel bezoeken. Ik herkende meteen de Librairie de L’Horloge, een mooie boekhandel met echte boekhandelaren, geen boekverkopers, waarvan ik me herinnerde dat een paar jaar geleden een van hen ook al op de bank een bestelling zat door te nemen met een uitgeversvertegenwoordiger. Zo zag je dat vroeger in Nederland ook nog wel eens.  Ik was op zoek naar een kleine roman van Jean Echenoz: 14, die ik vorig jaar i