In sommige van mijn dromen word ik belaagd door iemand. Hij of zij wil me slaan of trappen of anderszins kwaad berokkenen. In veel van die dromen trap ik dan van mij af, sla van mij af, gooi de belager van de trap of sla hem in elkaar. Terwijl ik zo’n vredelievend mens ben. Probleem is wel eens dat ik mijn geliefde raak, of, als ik in een eenpersoonsbed lig tegen een muur trap. Zo ook vannacht.
Ik lag te slapen in een smal eenpersoonsbed aan boord van de Oscar Wilde op weg naar Ierland en fietste tegelijkertijd door een van de zijstraten van het Wilhelminapark in Utrecht. De straat lag volop in de zon, aan twee kanten stonden prachtige bomen. Ik zwierde en zwaaide vrolijk fietsend door de straat. Maar op enige afstand werd ik op dezelfde manier als ik fietste gevolgd door twee jongelui, die het duidelijk op mij gemunt hadden. Toen dook ineens mijn zwager op, die in een rolstoel ging zitten, me vriendelijk aankeek, maar plotseling begon over te geven. Een van de jongens stapte af en ging tegen een muur zitten en dit was voor mij het moment om de aanval in te zetten. Ik haalde al trappend uit naar hem en zijn fiets. En op dat moment trok een vlammende pijn door mijn grote teen. Ik werd wakker, keek verward om me heen, ik was toch bij het Wilhelminapark, maar nee hoor, ik lag in een hut van een schip en had tegen de zijwand getrapt.
Ik lag te slapen in een smal eenpersoonsbed aan boord van de Oscar Wilde op weg naar Ierland en fietste tegelijkertijd door een van de zijstraten van het Wilhelminapark in Utrecht. De straat lag volop in de zon, aan twee kanten stonden prachtige bomen. Ik zwierde en zwaaide vrolijk fietsend door de straat. Maar op enige afstand werd ik op dezelfde manier als ik fietste gevolgd door twee jongelui, die het duidelijk op mij gemunt hadden. Toen dook ineens mijn zwager op, die in een rolstoel ging zitten, me vriendelijk aankeek, maar plotseling begon over te geven. Een van de jongens stapte af en ging tegen een muur zitten en dit was voor mij het moment om de aanval in te zetten. Ik haalde al trappend uit naar hem en zijn fiets. En op dat moment trok een vlammende pijn door mijn grote teen. Ik werd wakker, keek verward om me heen, ik was toch bij het Wilhelminapark, maar nee hoor, ik lag in een hut van een schip en had tegen de zijwand getrapt.