Wat is er mooier dan in de duisternis van de avond op een grote veerboot te zitten, op weg naar een Mediterraan eiland, in een van de restaurants, met een lekkere fles Barbera d’Asti voor je, waarin nog een half glas zit en een leeg bord waarvan je zojuist een heerlijke, voor scheepsbegrippen, tagliatelle Bolognese hebt gegeten, terwijl je een boek naast je hebt liggen ( Die verschrikkelijke klerezooi in de Via Merulana ) waarin net een moord is gepleegd maar waar de dienstdoende inspecteur nog naartoe moet en ondertussen kijk je ook nog naar je medereizigers die met koffers, tassen, een hond met twee verschillend gekleurde ogen voorbij komen en daarna kijk je naar buiten en ziet aan de steeds kleiner wordende lichtjes in de verte dat het vaste land langzaam uit beeld verdwijnt, terwijl diep in de buik van het schip de motoren zachtjes grommen?