De trein was overvol, iedereen leek naar zee te gaan. Johan zag een vrije plaats. Daar kon Eva zitten, en Dafne kon wel bij haar op schoot. Hijzelf vond een plekje in de doorgang, achter de matglazen deur naar het tussenbalkon. De tassen en koelbox zette hij op de grond. Hij voelde in zijn kontzak. De kaartjes, voordelig gekocht bij de drogist zaten er nog. Nu konden ze vanavond toch naar de Italiaan. En morgen kreeg Dafne haar nieuwe fiets. Met zijn drieën een dag naar zee, dat was lang geleden. Fijn dat Dafne inmiddels haar zwemdiploma had. Johan keek naar zijn vrouw en dochtertje. Je bent een bofkont Johan, dacht hij.