- Kunt u mij helpen? hoorde hij achter zich. Hij draaide zich om en keek in de ogen van een dikke vrouw die met haar jas was blijven haken in de stangen van het toegangspoortje. De plastic boodschappentas stond al voorbij de doorgang, maar het lukte haar niet zichzelf erdoorheen te wringen. Hij onderdrukte een glimlach, er flitste een tekenfilm door zijn hoofd en hij zag korte beentjes razendsnel boven de grond ronddraaien. - Kunt u mij lostrekken? zei de vrouw giechelend. Met haar armen zwaaide ze zenuwachtig naar achteren, in een poging zich te bevrijden uit de roestvrijstalen armpjes die haar gevangen hielden. Hij legde het pakje voor zijn kleinzoon op de grond en zette een stap in haar richting. Zij stak haar kwabbige handen naar hem uit. Kleine dikke vingers had ze, die als rudimentaire tentakels naar hem graaiden. Hij pakte haar polsen voorzichtig vast en trok. - Harder, moedigde de vrouw hem lacherig aan, - harder. Hij trok stevig, maar was zelf ook niet groot en zijn