Doorgaan naar hoofdcontent

PORSCHE EN BETON


In de Süddeutsche Zeitung van dit weekend stond een interessant interview met Porsche-baas Matthias Müller, toch niet een der kleinste industriëlen. Kort gezegd: hij vraagt van topmanagers een heldere houding tegenover rechtsextremisme en vreemdelingenhaat. Kom daar in Nederland eens om. Welke topmanager van Shell, Akzo, DSM, Philips, Unilever, enz.etc. neemt nu eindelijk eens openbaar stelling in het vluchtelingenvraagstuk en tegen het gedachtegoed van politici als Wilders?

Ik wilde het huis van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernard in Ohlsdorf bij Gmunden bezoeken. Maar moest van mijn plan afzien, vanwege het slechte weer, omdat het slechts op afspraak te bezichtigen is in dit jaargetijde en omdat mijn geliefde en ik daarom, wat weer samenhangt met de punten een en twee, de route verlegd hebben. De voorgaande zin is enigszins bedoeld als voorbereiding op wat komen gaat.
Hier dan toch een snufje Bernard. Een tijdje geleden vertaalde ik de eerste zin van zijn roman Beton, voor de lol. Het boek is geloof ik in het Nederlands alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.

„Van maart tot december, schrijft Rudolf, terwijl ik, wat in dit verband gezegd moet worden, grote hoeveelheden prednisol moest innemen, om mijn voor de derde keer accuut geworden MORBUS BOECK te bestrijden, verzamelde ik alle mogelijke boeken en geschriften van en over Mendelssohn Bartholdy, om mijn lievelingscomponist en zijn werk van de grond af te leren kennen en, dat was mijn ambitie, met de hartstochtelijke ernst voor zo'n onderneming als het schrijven van een groter wetenschappelijk onweerlegbaar werk, waarvoor ik inderdaad al de hele voorafgaande winter erg bang was geweest, al deze boeken en geschriften zo zorgvuldig mogelijk te bestuderen, dat was mijn plan geweest en pas daarna, eindelijk, na deze grondige, op het onderwerp toegesneden studie, precies op de zevenentwintigste januari om vier uur 's morgens met dit, mijn, zoals ik geloofde, al het door mij tot nu toe, wat de zogenaamde muziekwetenschap betreft, geschrevene, gepubliceerd en niet gepubliceerd, ver achter zich latende en in de schaduw stellende, al sinds tien jaar geplande, maar nog steeds niet tot stand gekomen werk te kunnen beginnen na het voor de zesentwintigste geplande vertrek van mijn zuster, van wie de wekenlange aanwezigheid in Peiskam zelfs maar de geringste gedachte aan een begin van mijn werk over Mendelssoh Bartholdy in de kiem smoorde.”

Om eerlijk te zijn geloof ik dat de zin nog langer was, maar ik heb alleen deze versie bij me. Ik laat het hier dus bij.

Reacties

Populaire posts van deze blog

HEMELVAART

Vlak voor hemelvaart verhuisde mevrouw Van Randwijk naar een verpleeghuis. Na haar heupoperatie was ze in de war en mocht niet terug naar huis. Ze was zo licht als een veertje en haar huid was van perkament.  Hoe klein ze ook was, haar woede hield ze niet in. Hoe haalden ze het in hun hoofd? Was Cees, haar man, er nog maar. Ze kon nog heel goed voor zich zelf zorgen, ze kookte toch om de andere dag!?  Ze zat in een leunstoel. Tegenover haar zat een neef, die haar kamer had ingericht met enkele meubels uit de oude woning.  - Had mij ook maar naar de stort gebracht. Je haalt me hier weg. Ik blijf hier niet.  Het verpleeghuis lag in een buitenwijk langs een spoorlijn. Tweemaal per uur denderde de intercity voorbij. In het midden van het gebouw was de luchtplaats, zoals ze die noemde: een besloten ronde tuin, met een gaanderij eromheen, waar de bewoners konden wandelen.  Daar liep ook meneer Overveen. Hij wandelde de hele dag en loste in een schriftje wiskundige raadsels op. 

VAN HET EEN...

Door het lezen in Patrick Modiano: Trilogie van een beginnend schrijverschap, dat bestaat uit drie korte romans Verdaagd verdriet, Honger en puin en Hondelente, word ik teruggeslingerd in mijn eigen verleden.  Dat is het merkwaardige, of wellicht is het helemaal niet zo merkwaardig, dat door te lezen over herinneringen van anderen je eigen herinneringen opdoemen. Overweldigend zijn die herinneringen dan wel. Zo overweldigend dat ik ze nauwelijks kan bijbenen. De een struikelt over de ander heen mijn bewustzijn binnen. Een woord, een zinsnede, een passage en hopla ik zie een muur voor me, waarlangs ik ooit gewandeld heb. Of een schuur waar ik ooit, als twintiger, met een meisje heb staan vrijen. En bijvoorbeeld dat laatste doemt dan vlijmscherp uit de duisternis op. Beangstigend is het ook wel, vind ik. Want er zijn natuurlijk veel gebeurtenissen waaraan ik helemaal niet herinnerd wil worden. Maar op de een of andere manier sluimeren ze natuurlijk diep in mij, en worden ze op zo’n

OH LES BEAUX JOURS

Wat een goddelijke dag. Als ik op reis ben, ontstaat er altijd een vrijwel onbevredigbare drang om boeken te kopen, in ieder geval om in een boekhandel rond te kijken. Want boekhandels zijn waar ook ter wereld veilige plekken, waar je de geest kunt laten dwalen. Nu ik dit schrijf, besef ik dat dit niet per se waar is, boekhandels zijn ook onveilige plekken, maar daarover later misschien meer. Ik was dus in Carpentras. We hadden heerlijk gegeten Chez Serge, een aangenaam eethuis aan de rand van het oude centrum. En daarna zouden we nog even de stad inlopen en in ieder geval een boekhandel bezoeken. Ik herkende meteen de Librairie de L’Horloge, een mooie boekhandel met echte boekhandelaren, geen boekverkopers, waarvan ik me herinnerde dat een paar jaar geleden een van hen ook al op de bank een bestelling zat door te nemen met een uitgeversvertegenwoordiger. Zo zag je dat vroeger in Nederland ook nog wel eens.  Ik was op zoek naar een kleine roman van Jean Echenoz: 14, die ik vorig jaar i